14 nov 2007

Geheim

Mijn ogen zijn moe en zwaar
Dichtgedrukt door de nacht
Dromen glijden onder mijn huid

Rivieren zijn mijn tranen
Mijn dijen vormen heuvels
Getijden zijn mijn bloed

Mijn uitgestrekte armen
Vangen de wolkenflarden
Die jouw ogen verborgen

Ik voel het kloppen van jouw hart
In elke regendruppel
Die mijn vruchtbare aarde splijt

Een heldere zonnestraal
Vloeibaar in de palm van mijn hand
Warm en puur als jouw lippen

Jij bent in mij
Als ik in jou

29 sep 2007

Licht

Maanlicht legt haar koude nevel vingers
Zacht op mijn gezicht
Je ogen als middernachtelijke meren
Wijzen de weg door de nacht
Achter ons blijft het licht van de lantaarns
Traag smeltend kaarslicht zonder schaduw
En altijd weet ik dat jij er bent

Het eerste prille licht van de zon
Zo koel in de morgen
Je slapende gezicht gevangen in roze schemer
Nog warm van mijn dromen
Er blijft alleen de afdruk in het kussen
De vage geur van huid tegen huid
En toch weet ik dat jij er bent

In het zachte licht van de sterren
De kleur van ijs
Je gladde buik zoet als witte honing
Bemin ik je keer op keer
Je handen blijven als een fluwelen zucht
Gedompeld in diepe slaap
En steeds weet ik dat jij er bent

28 sep 2007

Nevel

De mist hangt tussen de takken
Als vaag verdwaalde dromen
Koude flarden vangen licht
Verdoven de gekleurde vonken
De grijs gekromde bomen
Staan in verstomde stilte

Gevangen onder het blauwe ijs
Woorden als vervormde klanken
Onbereikbaar toch dichtbij
Van de wereld gescheiden
Door broze kristallen

De nacht verslindt de hoop
Eenzaam tussen de sterren
Draaiend in doelloos denken
Slapend in mijn eigen hoofd

Streling

Ik voel je in de lege ruimte
Raak je teder aan

Mijn huid gloeit op de plek
Waar eens jouw hand lag
Alsof je daar nog bent
Het gevoel diep ingebrand

Ik proef je in het donker
Jouw geur op mijn huid

Misschien zal je nooit meer zijn
Dan een mistflard in een droom
Zal ik nooit meer zijn
Dan een vage streling

Ik hoor je in de vallende regen
Fluister zacht mijn naam

De hete as kruipt door mijn bloed
Maakt mijn benen zwaar en loom
Slapend in vochtige hitte
Vinden we elkaar weer

Golven

Ik volg stappen in het zand
Voor de golven ze opnemen
Meeuwen krijsen
De bulderende zee
Ruikt naar jouw huid

Ik strek mijn koude handen uit
Vang de late warmte van de zon
Schelpen onder mij
Met de wolken
Komen mijn tranen

Ik ga verder met gesloten ogen
Vertrouw op een diep gevoel
Drijvend op de wind
Zout op mijn lippen
Jouw hand in de mijne

Boom

De aanraking van de zon
Bladeren nu nog warm
Koelen af tot ijzig kil
In de angst het te vergeten

Verstrengelde oude wortels
Tot in de donkere aarde
Takken vinden elkaar weer
Laten niet meer gaan

Zacht gefluisterde woorden
Gedragen door de wind
Strelen langs de stam
Volgen een trillend pad

De gezwollen tere knoppen
Dragen diep verborgen
Een eeuwige herinnering
Aan nieuw leven

Hol

Letters als holle klanken
Trekken vonken
Echo’s van een donkere ziel
Betekenisloos geluid

Geluidloos gesproken woorden
Breekbare taal
Als dunne zilveren draden
In de stille ruimte

Het kloppen van jouw hart
Is voldoende
Ik luister

Vorm

Traag tastend in het duister
Vind ik je vertrouwde vorm
De warme huid onder mijn vingers
Begroet mij

In het ruisen van de branding
Klinkt het ritme van jouw hart
Zout water op mijn wangen
Vergeten tranen

Tussen de sterren zie ik je
Ogen gevuld met droomlicht
Puur als pas gevallen sneeuw
Vaag versluierd

De wind kent de woorden
Die ik je niet kan zeggen
Fluister ze in jouw oren
Zoete storm

Koud

Ik kus je winters koude lippen
Omvat je kleine stille hart
In die diepe donkere dromen
Noem ik je naam

Ik strijk de rimpels van je voorhoofd
Hou je stijve handen vast
Als mijn tranen blijven stromen
Noem ik je naam

Ik geef de kleur terug aan je ogen
Luister naar je zachte lach
In dat eenzame moment
Noem ik je naam

Mijn verdriet verstikte ziel
Weet dat jij er bent
Zolang ik jou niet vergeet
Ken je mijn naam

Eenzaam

Angst drijft donkere wolken
Voor je warme ogen
Blind voor mijn liefde
Blijf je in het duister

Angst bouwt sterke muren
Om jouw zoete hart
Sluit mij buiten
Maar wordt je eigen cel

Angst dempt je gevoel
Het lijkt zo veilig
Totdat je wakker wordt
Kil en eenzaam

Vandaag

Als morgen niet zou bestaan
Is deze nacht voor ons
Als de laatste hartklop
In de oneindigheid

Als morgen er niet zou zijn
Blijft deze kus liggen
Op mijn open mond
Zacht en tijdloos

Als morgen niet zou komen
Stop ik nu de wrede tijd
Om jou te vinden
In mijn ziel

Als er geen morgen is
Zal vandaag alles zijn
En alles is genoeg
Met jou

Regen

De regen valt in koude stromen
Doordrenkt een huid zo teer als glas
Streelt haar met zijn kille vingers
Volgt de vormen van haar lijf

Het water wast de wrede dromen
Spoelt de tranen uit haar hart
Zij staat er met gesloten ogen
Puur en in zichzelf gekeerd

De wind kust zacht haar blauwe lippen
Geeft het vuur terug aan haar ziel
Draagt haar op papieren vleugels
Door een droom gevulde nacht

In onze uitgestrekte handen
Brand een zilverwitte ster
Twee zielen aan elkaar verbonden
Een druppel vult de eeuwigheid

Blijven

Elk moment, in iedere adem
Weet ik hoever weg jij bent
Met elke stap dichterbij
Komt ook het afscheid
Tot je kunt blijven

Met alle tranen uit de zee
Huilt mijn hart, zo hulpeloos
De pijn die missen heet
Wringt zich door mijn lijf
Tot ik je kan voelen

Diep in mijn donkere dromen
Schreeuw ik jouw naam
Zoekt mijn ziel een thuis
Tussen de koude sterren
Tot ik je kan zien

Met door slaap gesloten ogen
Proef ik jouw zachte huid
Weet ik me veilig
Versmelt zonder te verliezen
Zodat we samen zijn

Drijven

Dromen gevoed door angst
Vloeien langzaam weg
Drogen op als oude tranen
Het zonlicht versplintert
In hun kristallen spoor

Diep in gedachten voel ik
Jouw handen op mijn huid
De kille schaamte wijkt
Voor tomeloos verlangen
Regen op mijn dorre hart

Sluit deze vermoeide ogen
Jouw zweet op mijn huid
Smelt de ijskoude ziel
Drijvend onder de oppervlakte
Van een diepe trage slaap

Niet

Verlang van mij geen perfectie
Niet wat niet is
Ik geef alleen mijn liefde
Alles wat ik ben

Schenk geen waardeloze eed
Lege woorden
Alleen onvoorwaardelijk zijn
Stiltes vol

Diep in de ziel verbonden
Oprecht en puur
Bemin ik je door tijd en ruimte
Als vanzelf

Dag

Wanneer de dag van afscheid komt
Onvermijdelijk en hard
Breekt mijn hart is scherpe splinters
Vult mijn ziel met zware smart

Maar de tranen zullen drogen
Het gebarsten hart weer slaan
Ik hou je lief hier diep van binnen
In mijn geest blijf je bestaan

Jij verlaat alleen mijn tere lijf
Jouw teken is in mij
Ik bemin voor altijd eindeloos
Een stuk in mij ben jij

Mijn liefde droogt nooit op
Behoudt haar eigen glans
Eens zien we elkaar weer
Twee zielen in balans

Brand

Ogen vol waakzame waanzin
Volgen de rimpels in de tijd
Verloren in duistere dromen
Angst sluipt zachtjes rond
Zoekend naar de zwakke plek
Kruipt door het koude huis

Tranen branden op mijn huid
Als splinters gloeiend glas
De laatste kracht vloeit weg
Gevuld met oneindige leegte
Blijft mijn lichaam achter
Kwetsbaar op zoek naar rust

Zilver

In mijn geopende handen
Als vloeibaar zilver
Ligt de tijd te wachten

De trage vonken trekken
Strepen vol kleur
Over mijn zachte huid

Ogen sluiten vol dromen
De wereld buiten
In het fluweelzwart duister

De wind fluistert woorden
Bereikt je ziel
Met een verwaaide zucht

Het ritme van het leven
Oneindige liefde
Blijft kloppen in je hart

Elke seconde
Eindeloos

Missen

Jouw geuren door de wind gedragen
Vormen de slagen van mijn hart

Hartstocht bruist door mijn ziel
Een ongeblust verlangen

De onwezenlijke pijn van het missen
Als onderdeel van het zijn

Alleen weggenomen door het weten
Dat jij bestaat

Rust

Als je slaapt zie ik je zoete dromen
Weerspiegeld in mijn gesloten ogen
Zo zal je steeds weer bij me komen
Elke lange nacht opnieuw

Lippen die smaken naar de zilte zee
Haren die ruiken als warme aarde
Jouw geuren draag ik met me mee
In de kern van mijn ziel

Wanneer ik eenzaam ben vol verdriet
Weet ik zeker dat je bij me bent
Omdat jij mijn diepste angsten ziet
Met elke slag van je hart

De twijfel in het grauwe ochtend licht
Kruipt traag door mijn verdoofde brein
Legt een mist van wanhoop op mijn gezicht
Verkilt mijn warme vel

Ik zoek je, zonder je te vinden
Ik roep je naam, keer op keer
Ik laat me door paniek verblinden
En verlies je telkens weer

Midden in die woedende orkaan
Fluisterzacht gesproken woorden
Jij bent nooit ver bij mij vandaan
Voor altijd

Sterren

Als ik straks mijn ogen sluit
Mijn geest tot dromen zet
Bemin me dan van binnen uit
Kom geruisloos in mijn bed

Sterlicht streelt de naakte huid
Met duizend koele handen
De wind kust zonder een geluid
Laat in mij de passie branden

Wolken vegen door mijn haar
Ogen door de slaap gesloten
Zo vinden wij elkaar
Veilig door de nacht omsloten

Het is de tijd die ons verdeelt
Ver weg maar nooit apart
In mijn ziel draag ik je beeld
Jouw naam staat op mijn hart

Lopen

Het is te laat om te vluchten
Ik sluit me op in mijzelf
Op zoek naar een veilige plek
Diep in mijn eigen gevoel

De angst golft om mij heen
In duizend doffe kleuren
Nergens om heen te rennen
In blinde paniek verstrikt

Verdriet omklemt mij
Te trots voor kille tranen
Een woordeloze schreeuw
Echoot in de zware stilte

IJs pakt mij langzaam in
Verdoofd de droeve ziel
Ik sta met bevroren ogen
Een koude broze kracht

Ik loop naar buiten in de zon
Laag na laag smelt traag weg
Een lang vergeten herinnering
Klopt in mijn warme hart

De spiegel

De spiegel beslaat, vertroebeld het beeld
Het licht weerkaatst in zuiver parelmoer
Alles barst uit elkaar
Duizend kleine splinters
De diepste angst in dromen
Vervagen in de mistige morgen
Handen tasten in een kille leegte
Op zoek naar het zachte warme lijf
Draag al de tranen naar de zee
Kom terug met zilte schelpen
Het geluid van de branding
Ogen vol wolken en storm
Zout smakende huid
De maan weerkaatst in de grauwe golven
Brengt de wereld bij elkaar, in eb en vloed

Hoeveel

Als mijn tijd gekomen is, mijn ziel dit lijf verlaat
Vertel aan iedereen dat jij mijn hart liet zingen
Verstop mijn pure liefde niet meer in het duister
Laat dan de wereld weten hoeveel ik van jou hou

Als de dag komt dat mijn ogen niet meer open gaan
Wees er trots op dat ik jou oprecht heb lief gehad
Schreeuw het van de daken, schrijf het op de ramen
Laat dan de wereld weten hoeveel ik van jou hou

Als het moment daar is dat mijn adem stil zal zijn
Maak iedereen wakker, schudt ze uit hun slaap
Fluister zacht mijn woorden in slaperige oren
Laat dan de wereld weten hoeveel ik van jou hou

Als mijn handen bewegingsloos en koud blijven liggen
Weet dan zeker dat echte liefde onsterfelijk is
Roep de maan en de sterren, schudt ze uit de hemel
Laat dan de wereld weten hoeveel ik van jou hou

Als ik morgen ontwaak in het eerste ochtendlicht
Zoek dan niet naar de lege zinloze woorden
Alleen jij weet waarvoor mijn tere hart klopt
Totdat de wereld mag weten hoeveel ik van jou hou

Droomtijd

Met gesloten ogen zie ik
Zonder woorden droom ik

Als de zon dooft, blind voor het licht
Sterren als gevangen bevroren sintels
Vinden mijn handen blind de jouwe
In een droom, een zoete tijdloze kwelling

Jouw naam in mijn mond
In de palm van mijn hand

Ik stop de tomeloos tikkende tijd
In een verstarde stille wereld
Hou de secondes in mijn hand
Als een vurig kloppend hart

Ik ben waar jij bent
Jij bestaat in mij

De Zee

De zee met golven, schuimend wit,
Keer op keer roept ze je aan,
Als je rustig op een duintop zit,
Dwingt je gedachten stil te staan.

Het gras buigt diep door in de wind,
Jij zit star, beweegt niet mee,
Verborgen in je schuilt een kind,
Luister naar de stemmen van de zee.

Ze huilt, ze fluistert en ze brult,
Brengt diepe dromen terug aan land,
Tot haar geluid jouw wezen vult,
Tranen in het koude zand.

Het zoute water vult je ziel,
Tijdloos verdriet vloeit,
Terug naar zee.

Droef

Als je eenzaam achterblijft
Terwijl de nacht je overvalt
Met zwart fluwelen vleugels
Je blik verduistert door verdriet

Als je hand naar houvast zoekt
Met verkrampte vingers tast
In een klamme kille leegte
IJskoude woede in je hart

Als je lippen woorden vormen
Die klinken als een schreeuw
Bittere tranen blijven binnen
Steken naalden in je keel

Keer je om en vind mijn armen
Schuil een poosje in mijn hart
Want ik zal altijd van je houden
Altijd en dan nog een dag.