De zee met golven, schuimend wit,
Keer op keer roept ze je aan,
Als je rustig op een duintop zit,
Dwingt je gedachten stil te staan.
Het gras buigt diep door in de wind,
Jij zit star, beweegt niet mee,
Verborgen in je schuilt een kind,
Luister naar de stemmen van de zee.
Ze huilt, ze fluistert en ze brult,
Brengt diepe dromen terug aan land,
Tot haar geluid jouw wezen vult,
Tranen in het koude zand.
Het zoute water vult je ziel,
Tijdloos verdriet vloeit,
Terug naar zee.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten