29 sep 2007

Licht

Maanlicht legt haar koude nevel vingers
Zacht op mijn gezicht
Je ogen als middernachtelijke meren
Wijzen de weg door de nacht
Achter ons blijft het licht van de lantaarns
Traag smeltend kaarslicht zonder schaduw
En altijd weet ik dat jij er bent

Het eerste prille licht van de zon
Zo koel in de morgen
Je slapende gezicht gevangen in roze schemer
Nog warm van mijn dromen
Er blijft alleen de afdruk in het kussen
De vage geur van huid tegen huid
En toch weet ik dat jij er bent

In het zachte licht van de sterren
De kleur van ijs
Je gladde buik zoet als witte honing
Bemin ik je keer op keer
Je handen blijven als een fluwelen zucht
Gedompeld in diepe slaap
En steeds weet ik dat jij er bent

Geen opmerkingen:

Een reactie posten